Misschien heb je wel eens van de bijnaam “sluipmoordenaar gehoord”, dat is namelijk hoe koolmonoxide (of: CO) wordt genoemd. In het nieuws komen regelmatig items voorbij van doden door koolmonoxidevergiftiging en gasexplosies (welke ook veroorzaakt worden door een CO lekkage).
Het gevaarlijke aan koolmonoxide is dat het gas geurloos en kleurloos is. Daarnaast is het inademen van één goede teug koolmonoxide vaak al te veel en ben je op slag dood. Geen vrolijk nieuws, wel een harde realiteit.
De makkelijkste manier om CO vergiftiging te voorkomen? Dat is natuurlijk het monteren van een koolmonoxidemelders. Deze detecteren de koolmonoxide namelijk wél, waar dit voor een mens vaak niet mogelijk is.
Wat is koolmonoxide?
Zoals gezegd is koolmonoxide een geur en kleurloze stof die voor mensen (vrijwel) niet te detecteren is. Daarnaast is het probleem met het detecteren van koolmonoxide dat je het vaak niet kunt navertellen, geen pretje dus.
Bij het inademen van een lage dosis koolmonoxide kan als gevolg hebben dat je hoofdpijn en misselijkheid ervaart. Het probleem hiermee is dat mensen wel vaker last hebben van deze klachten en het zodoende niet in verband brengen met koolmonoxide.
Koolmonoxide ontstaat door een onvolledige verbranding van brandbare materialen. Veruit de meest voorkomende koolstofmonoxide in huis wordt veroorzaakt door een verouderde CV ketel (laat deze dus ook absoluut regelmatig controleren)
Koolmonoxidemelders ophangen
Net als met rookmelders is het advies om op iedere woonlaag minimaal één koolmonoxidemelder te monteren. Dit is puur om de reden dat koolmonoxide op elke woonlaag kan ontstaan en daarnaast niet heel snel stijgt of daalt. Hierdoor kan één woonlaag makkelijk helemaal gevuld worden met koolmonoxidemelder zonder dat een melder op een andere woonlaag dit oppikt,
Hang ook tenminste één rookmelder in nabijheid van de CV ketel, gezien dit de meest voorkomende plek is waar CO ontstaat.
Hang de CO melders altijd op heuphoogte. Zoals gezegd stijgt het gas niet persé heel snel, daarom is het goed om ze op heuphoogte te hangen. Zo wordt het gas gedetecteerd vóórdat het de “ademhoogte” bereikt.